Wetenschappelijk onderzoek uitgelicht

Groepsschematherapie bij cluster-C persoonlijkheidsstoornissen: resultaten van een pilotstudie en beschrijving van een follow-up RCT

Cluster-C persoonlijkheidsstoornissen (PS) kennen een hoge prevalentie in de klinische praktijk (20%). Individuen met een cluster-C PS hebben een hoge ziektelast, ernstige functionele beperkingen, economische inactiviteit, hoge co-morbiditeit en sociaal maatschappelijke beperkingen. Er is relatief erg weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van behandelingen voor deze doelgroep. Groepschematherapie (GST) neemt toe in populariteit voor cluster-C PS. Voor Cluster-C PS is individuele schematherapie kosteneffectief gebleken, maar  de wetenschappelijke evidentie voor GST is daarentegen zeer beperkt. In twee studies trachten onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en Tilburg Universiteit samen met verschillende GGZ-instellingen (PSY-Q, Emergis, GGZ Oost Brabant, IPGGZ) de effectiviteit van GST voor cluster-C PS te onderzoeken. 

De effectiviteit van GST voor cluster C

In de studie werd de effectiviteit van GST onderzocht in een multi-center open trial met 137 cluster-C PS patiënten (vermijdende PS: n = 107, afhankelijke PS: n = 11, en dwangmatige PS: n = 19). De behandeling bestond uit 30 wekelijkse GST sessies, op basis van het Tjoa en Muste cluster-C protocol, met een maximum van 180 minuten individuele ST en 5 optionele maandelijkse boostersessies. Uit de resultaten bleek dat Cluster-C patiënten een substantiële significante vooruitgang (medium tot large effecten) vertoonden op alle uitkomstmaten. Er was een relatief lage dropout (11%). Er waren enkele aanwijzingen voor verschillen tussen de 3 cluster-C PSen wat betreft ernst van de PS op baseline, symptoomontwikkeling en effectiviteit van GST. Het volledige open acces artikel van de pilot studie kan hier worden gevonden:https://doi.org/10.1002/cpp.2903 

De volgende stap in het onderzoek

De volgende stap die momenteel uitgevoerd wordt om de effectiviteit van GST voor cluster C te onderzoeken, is een RCT waarin de relatieve (kosten-)effectiviteit van GST vergeleken wordt met individuele ST en treatment as usual. Daarnaast zal onderzocht worden welke cliëntfactoren van invloed zijn op de behandeluitkomsten om zo een tool te ontwikkelen die gebruikt kan worden in de klinische praktijk om tot een optimale indicatiestelling en matching te komen voor de behandeling van cluster-C cliënten. Ook zal in deze studie door middel van uitgebreid kwalitatief onderzoek, de ervaringen van cliënten, therapeuten en naasten met de behandelingen in kaart worden gebracht. Deze RCT (het QUEST-CLC onderzoek) wordt momenteel uitgevoerd. Het artikel met een beschrijving van het design van deze studie is hier te vinden:https://doi.org/10.1186/s12888-022-04248-9 

De lopende RCT wordt geleid door UvA promovendi Iuno Groot en Anne-Sophie Venhuizen, en begeleid door dr. N. Bachrach en Prof. Dr. A. Arntz. De website van dit onderzoek met hierop updates over het verloop van de studie kan hier gevonden worden: https://www.quest-clc.socsci.uva.nl/