In deze rubriek komt elke keer een vraag van een collega schematherapeut aan bod. Deze wordt beantwoord door schematherapie supervisoren met elk hun eigen invalshoeken. De vraagsteller wordt uitgenodigd een reactie te geven op het antwoord. Dit alles in het kader van samen mogen puzzelen en samen weten we meer.
OVER HET HISTORISCH ROLLENSPEL BIJ JONGEREN
Als het mentaliseren nog niet zover is
De vraag van Annemarie, Lea en Monique:
Wij hebben binnen de ambulante specialistische jeugdhulp een halfopen groep met daarin 6 deelnemers van 16-18 jaar oud, allen met persoonlijkheidsproblematiek of in ieder geval een kwetsbare persoonlijkheidsontwikkeling. Naast de groepsbehandeling loopt een individuele schematherapie, vaak systeembehandeling en er zijn enkele ouderbijeenkomsten bij de schemagroep. Deelnemers starten voor de duur van een half jaar met elke 3 maanden een evaluatie en eventueel verlenging. Het programma van een sessie bestaat uit een incheckmoment, rondje ‘Hoe zit je erbij’, mededelingen, terugblik, huiswerk vorige keer, kort theorie en inleiding, oefening, nabespreken en huiswerkopdracht.
Wat betreft de oefeningen vragen we ons af óf en op welke manier er in de groep met deze jongeren te werken is met het historisch rollenspel. Hoe zou je om moeten gaan met het gegeven dat veel van de deelnemers nog IN het systeem wonen waar de ingebrachte situatie zich afspeelt?
Zij zitten nog sterk in een afhankelijkheidsrelatie met ouders. De herinnering is dan wel historisch misschien, maar de leefsituatie en triggers nog niet. Spannend lijkt ons dat onze cliënten in het historisch rollenspel bij de rolwisselingen ook hun eigen rol ter discussie moeten stellen. Kunnen we dat al van ze vragen? Ook omdat het past bij de leeftijd dat de empathie ontwikkeling nog niet ‘voltooid’ is en een perspectiefwissel zeker met een belaste geschiedenis moeilijk kan zijn.
Welke ervaringen en suggesties hebben jullie?
Twee supervisoren en Annemarie, Lea en Monique in conclaaf:
- Nicole: Allereerst is het belangrijk om te bedenken met welk doel je een historisch rollenspel zou willen inzetten. De toepassingsgebieden zijn namelijk grotendeels dezelfde als bij imaginatie met rescripting. Jongeren worstelen nog met loyaliteit naar hun ouders, zitten inderdaad nog in een afhankelijkheidsrelatie én het vraagt veel van hun mentaliserend vermogen. Dat mentaliserend vermogen staat door de adolescentie extra onder druk. Aan de andere kant denk ik dat een historisch rollenspel gebruikt kan worden om de jongere meer inzicht te laten krijgen in de eigen rol in de interactie met ouder(s) en op de motieven die bij de ouder(s) een rol gespeeld kunnen hebben, terwijl de jongere dat niet zo ervaren heeft.
- Judith: Leuke vraag! Ik werk zelf niet met jongeren, maar er komt wel wat in me op als reactie. Het historisch rollenspel kan een helpende interventie zijn om pijnlijke kernconclusies van de kindmodi te verzachten. En dan vooral bij herinneringen aan situaties waarin cliënten overmatige focus bij zichzelf beleggen en/of waar sprake is van emotionele verwaarlozing. De stappen van het historisch rollenspel kunnen denk ik tenminste iets doen in bewustwording. Bij stap 1 bewustwording van wat de kernconclusie precies is. Hier kan je ook de groep bij betrekken door bijvoorbeeld te laten ‘dubbelen’. Ook kan je bewust maken welke cues uit het gedrag van de ouder zo lastig of pijnlijk zijn. En welk beschermergedrag bij de jongere zelf zo nodig is geworden en hoe daarmee de eigenlijke behoefte buiten beeld blijft (bij stap 2).
- Nicole: Ik stel me voor dat een historisch rollenspel meer voorbereidingstijd vraagt en dat je de jongere meeneemt in het stuk dat je hun rol ter discussie gaat stellen. Je kunt vragen of ze hier al klaar en bereid voor zijn. Jongeren geven vaak eerlijk antwoord op zo’n vraag. Je kan ervoor kiezen om dit in een latere fase van de groep te doen, als er al wat verandering heeft plaatsgevonden en ze beter met hun beschermers om kunnen gaan en daar goed zicht op hebben.
Mocht het toch te moeilijk zijn, dan zou je altijd kunnen overstappen op imaginatie met rescripting. Zelfs als het gedrag van de ouder onveranderd negatief blijft, is herziening van de conclusie over de jongere mogelijk. De conclusie kan bijvoorbeeld zijn dat de ouder vaak minderwaardig en vernederend reageert, maar dat het meer zegt over de ouder dan over het gedrag of de eigenschappen van de jongere.
- Judith: Als je meer wilt dan bewustwording, dan is bij stap 2 (rolomkering) van het historisch rollenspel denk ik wel wat extra’s nodig bij jongeren. In ieder geval uitleg over wat je in deze stap eigenlijk onderzoekt en wat dat kan opleveren. Meer kijk krijgen op de ouder betekent niet hetzelfde als toestemming geven voor hun gedrag. Maar –juist ook mooi met een groep- nadenken over wat zou maken dat een ouder zo doet, kan helpen dit gedrag bij de ouder te laten in plaats van dat de kindconclusies als ‘waar’ worden aangenomen. Je kan uitleggen dat er een verschil is tussen impact (deze is/blijft belangrijk om te valideren) en intentie (wat je voelt is niet exact gelijk aan de intentie van de ander). Het is misschien veiliger voor jongeren om het gedrag van de ouder niet uit te laten spelen, maar alleen in een kenmerkend standbeeld/gebaar neer te zetten.
Drietal:
Mooi om onderscheid te maken tussen bewustwording van het patroon op zich en meer inzicht in eigen gedrag. En dat het niet beide hoeft te gebeuren in een historisch rollenspel. We denken dat bewustwording wel een haalbaar doel is bij de jongere, vooral als we de groep kunnen gebruiken! Ook een mooie tip om de ouder als standbeeld neer te zetten in plaats van uit te spelen. We zien nog niet voor ons hoe we dat precies zouden doen. Kan je daar nog iets over zeggen?
- Judith: Je vraagt de jongere dan om een kenmerkende fysieke houding en/of gebaar van de ouder in de situatie. Iets dat de pijnlijke boodschap vooral zo oproept. Een groepslid neemt deze pose aan. De jongere kan in overleg met de groep ook nog wat ‘boetseren’ totdat het standbeeld klopt.
- Nicole: Iets anders waar ik ook ervaring mee heb, is het inzetten van de ouder in de imaginatie met rescripting van de jongere met toestemming van de jongere. De ouder moet hier uiteraard goed toe in staat zijn en het is belangrijk om dit zorgvuldig voor te bespreken. Het is ontzettend mooi en krachtig om de ouder een nieuwe of andere boodschap te laten geven vanuit zichzelf in de imaginatie met rescripting van de jongere.
- Judith: Stap 3 zou ik bij jongeren anders inzetten dan bij volwassenen. Hun (beschermer)gedrag kan in het heden nog steeds nodig zijn om zichzelf te redden. Daar waar je als therapeuten denkt dat het veilig en mogelijk is om toch met ander gedrag te oefenen, zou ik dat aanmoedigen. Maar als dit niet geval is, zou ik het klein houden. De ouder zou ik dan zéker alleen in een standbeeld laten staan. Insteek zou moeten zijn met welk nieuw gedrag ze beter voor zichzelf en hun behoefte kunnen zorgen. In de groep zou je er gebruik van kunnen maken dat andere groepsleden kunnen helpen (zelf ook oefenen) met uitproberen van ander gedrag. Bijvoorbeeld kan een subassertieve jongere oefenen met de zin ‘ik wil hier niet naar luisteren’ als de ouder zich kleinerend uit. Andere optie kan zijn om de jongere naar het ouder-standbeeld te laten kijken en de andere groepsleden de nieuwe overtuigingen uit stap 2 te laten dubbelen. Zodat de nieuwe conclusie ook bij exposure aan de trigger ‘gevoeld’ kan worden.
Drietal:
Met deze input gaan we zeker binnenkort een keer een historisch rollenspel doen in de groep, met de door jullie geadviseerde aanpassingen. Dank!
Met hartelijke dank aan: Nicole van Koeveringe-van Dijken, Judith Bos J en Annemarie, Lea en Monique (vanwege anonimiseren andere namen).
Redactie: Judith Bos, commissie Voorlichting en Communicatie