‘Ik kan niet tegen onrecht!’
Toen ik dit filmpje zag bij een lezing van Arnoud Arntz over het nieuwe schema Unfairness/ Onrechtvaardigheid, dacht ik: YESS! WAT EEN EYE OPENER: dit gaat over mijn patiënten!
Ik werk als schematherapeut in een tbs-kliniek. Onze patiënten hebben een ernstig delict gepleegd, ze zijn dus daders. Vaak zijn ze ook slachtoffers van bijv. mishandeling en seksueel misbruik in hun jeugd. Een tbs-behandeling duurt gemiddeld 8 jaar. Patiënten leven op een afdeling met medepatiënten, waar ze in een groepsruimte koken, eten en samenleven.
Kijk nu deze video: https://www.youtube.com/watch?v=meiU6TxysCg
Het schema onrechtvaardigheid is zó herkenbaar in de Cluster B-doelgroep. Ik zie het niet alleen terug in de boze modi die worden opgeroepen wanneer het eten niet eerlijk verdeeld wordt, maar ook op andere momenten.
Ongelijk en onrechtvaardig behandeld worden roept ‘boze kind modus’ of zelfs overcompenserende modi (aanval en pest, roofdier) op in een tbs-kliniek. ‘Het is oneerlijk’! ‘Ik kan niet tegen onrecht’! Dat is wat ik dagelijks hoor van patiënten. ‘Hij krijgt eerder verlof, terwijl ik veel meer mijn best doe’; ‘hij krijgt veel meer aandacht omdat hij zo zit te slijmen bij sociotherapie’; ‘ik ben niet fysiek agressief en ik krijg toch straf, terwijl X geweld gebruikt en geen kamerprogramma krijgt’.
Naarmate ik me verder in de geschiedenis van mijn patiënten verdiepte ging ik het belang van dit schema steeds meer inzien: Onrechtvaardigheid ontstaat op jonge leeftijd in het gezin van herkomst door ongelijke behandeling t.o.v. broertjes en zusjes, daarna wordt het versterkt door ervaringen met jeugdzorg, politie en justitie: onterechte beschuldiging, racisme, discriminatie en etnische profilering komen voor. Boodschappen die ze krijgen zijn bijvoorbeeld: jij bent te druk en onhandelbaar (thuis), jij krijgt geen andere begeleider, deze is goed voor jou (internaat), jij bent de hoofddader, want jij bent Marokkaans of Surinaams of groot en sterk; jij liegt, want je bent drugsverslaafd (politie en justitie). In de tbs-kliniek wordt Onrechtvaardigheid daarna opnieuw dagelijks opgeroepen doordat patiënten (met een onrechtvaardigheidsbril op) zichzelf vergelijken met medepatiënten.
Sinds mijn kennismaking met het schema voelt Onrechtvaardigheid voor mij als een ‘vergeten schema’, een blinde vlek. Ik zie het nu als één van de belangrijkste schema’s bij mijn patiënten, naast Wantrouwen/Misbruik en Verlating. Het verdient daarom apart aandacht in de behandeling.
Reparenting op Wantrouwen en Verlating is in de individuele schematherapie goed mogelijk. Na verloop van tijd lukt het een stabiele vertrouwensrelatie op te bouwen. Echter, reparenting bij Onrechtvaardigheid vereist samenwerking met andere disciplines. Zo kan alleen sociotherapie of de behandelcoördinator uitleggen hoe een beslissing genomen is, die door een patiënt als onrechtvaardig wordt ervaren. Vandaar dat driegesprekken met andere disciplines van belang zijn om aan dit schema te werken. Als schematherapeut ben ik dan als een moeder die in gesprek gaat met een leerkracht op school als mijn kind iets ‘oneerlijk’ vindt. De uitkomst van een driegesprek kán zijn dat de patiënt gaat inzien dat hij niet onrechtvaardig behandeld is (maar dat zorg op maat geboden wordt) of dat hij erkenning en excuses krijgt als dat wel zo is. Mooi tegengif tegen het schema.
Samenvattend: IK BEN HEEL BLIJ met de voorgestelde toevoeging van het schema Onrechtvaardigheid! Als we erkennen dat ook in een tbs-kliniek onrecht en ongelijke behandeling voorkomen en we ons ervan bewust zijn dat veel patiënten Onrechtvaardigheid als schema hebben, dan kunnen we aan de slag. Het boze kind laten uitrazen en daarna het onrechtvaardig behandelde kind reparenten, zoals eerder beschreven. Dan is limit setting op een aanval- en pestmodus of roofdier niet meer nodig…
Truus Kersten, supervisor VSt