Stoelentechniek en schaamte

Stoelentechniek en schuldgevoelens door Remco van der Wijngaart 

Op vrijdag 17 april vond de workshop plaats in de Jaarbeurs in Utrecht. Het onderwerp was de stoelentechniek met als specifieke focus schuldgevoelens.   

De zaal was goed gevuld met enthousiaste schematherapeuten. Remco onthulde dat dit wel enige schema-activatie met zich meebracht. Wat volgde was een leerzame en leuke middag.  

De workshop was ingedeeld in vier delen: een theoretische inleiding, waarna een demonstratie met collega Marjolein van Wijk, oefenen in tweetallen, en tot slot een nabespreking waar ruimte was voor casuïstiek en discussie.  

Wat Remco terecht als opmerkelijk benoemt is dat naar deze belangrijke techniek, toch één van de experiëntiële en technische pijlers binnen de schematherapie, weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan. In de praktijk ervaren we hoe effectief deze techniek is. Wat een belangrijk werkingsmechanisme lijkt te zijn is de afstand waarmee naar de relatie tussen de modi en ook de inhoud van de modi gekeken wordt. De techniek is modus activerend en kan dan ook als emotioneel intens beleefd worden. Het is hierbij belangrijk om de rationale voor de start duidelijk uit te leggen en de cliënt medezeggenschap te geven over het inzetten van de techniek. Remco benadrukt dat naast modi, eigenlijk elk onderwerp geschikt is om met stoelen uit te werken. Denk bijvoorbeeld aan: ‘buikpijn’ of ‘moeder-worden’ of ‘de overleden oma’.   

Centraal bij schuldgevoel is de focus op het lijden van de ander. Eigen behoeften worden ondergewaardeerd en weggeschoven. De persoon met schuldgevoel kan zich overdreven verantwoordelijk voelen voor de situatie en heeft de neiging te repareren wat het schuldgevoel opriep. Het is een veelvoorkomende negatieve emotie die je echt kan verteren. Uit de zaal kwam de opmerking dat het ook een element van de Gezonde Volwassene modus in zich draagt en dat je ook kan leren van je keuzes hierin.  

Tijdens de demonstratie vroeg Remco de cliënt in de Kwetsbare Kind modus niet steeds naar de Schuld-indicerende Ouder modus te kijken. Hij vroeg haar de aandacht te richten op de therapeut (gedragsmodificatie) waarbij de therapeut compassie uit voor haar emotionele respons (re-parenting) en daarbij past hij cognitieve herstructuring toe (“jouw behoeften zijn ook belangrijk” en “je bent niet verantwoordelijk voor het welzijn van de ander”). Een mooie stap om samen met de cliënt op een afstandje van de stoelen te gaan staan en op de verschillende kanten te reflecteren  

Vervolgens werd er in groepjes geoefend met het doorlopen van de verschillende stappen van deze techniek. Tot slot werden vragen en ervaringen uit de zaal met elkaar gedeeld, waarin een boeiende inhoudelijke en technische discussie ontstond.  

Manolya Aydagül en Dick Nijenkamp